#Analyse & Commentaar

Bloedbad onder boerenbedrijven komt Europese Commissie goed uit

Door Jan Schils

In Europa is al 15 jaar sprake van een dramatische teruggang van het aantal
boeren, maar de Europese Commissie en een aantal EU-lidstaten lijken daarvan
allerminst onder de indruk te zijn. Integendeel. Nu is de vergrijzing, die ook
de boerenbevolking treft, ongetwijfeld een van de medeoorzaken van deze
ontwikkeling, maar er zijn meer redenen voor het feit dat de boeren massaal hun
deuren sluiten.

Boer oogst maïs op het eiland Rügen, Duitsland Foto: ©
Peter-Vincent Schuld

Hieronder komen we nader terug op dit blijkbaar onomkeerbare bloedbad,
uitgerekend in een sector waar eerder een aangroei van bedrijven en mankracht
een pure noodzaak is om de sterk toenemende wereldbevolking te kunnen voeden en
vooral te kunnen blijven voorzien van voldoende kwalitatief goed voedsel.

Helaas blijft de Europese Commissie doof voor dit argument en zijn
klimaatmaatregelen, waarvan het nut allerminst is bewezen, voor haar
topprioriteit nummer 1.

Kantoor van Eurostat, het Europees Bureau voor de Statistiek
ondergebracht in een gebouw van de Europese Commissie in Luxemburg
Kirchberg Foto: © Peter-Vincent Schuld

Laten we eerst de verontrustende cijfers bekijken, die dezer dagen wereldkundig
werden gemaakt door Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie in
Luxemburg. Die cijfers tonen aan dat het aantal boeren in 15 jaar tijd met 37
procent ineenkromp. Europa telde in 2005 nog 14,4 miljoen boeren. In 2020 waren
dat er nog 9,1 miljoen. Vooral in Oost-Europa hebben de boeren het opgegeven,
maar daar niet alleen, zoals Eurostat aantoont. Het zijn daar vooral de kleinere
bedrijven, die het loodje hebben gelegd (87 procent van het totale bestand in de
EU met minder dan 5 hectare grond). De harde EU-landbouwpolitiek van vaak
overbodige, onnozele en contraproductief werkende wetten en regeltjes, gepaard
gaande met een onvoldoende en daardoor onrechtvaardig subsidiebeleid vanuit
Brussel, hebben duizenden boeren in Oost-Europa de das omgedaan. Nooit werden ze
echt beschermd tegen de door de Europese Commissie te weinig bestreden moordende
concurrentie van de kant van de grote agrarische mastodonten, terwijl die zelfde
Commissie uitgerekend op het gebied van de concurrentiewetgeving, inclusief
oneerlijke concurrentie, exclusief bevoegd is binnen Europa. Zij zou de eerste
moeten zijn, die de economisch zwakkere boeren de hand boven het hoofd zou
moeten houden. Niets is minder waar.

Vestiging van de Franse grootbank voor de landbouw Credit Agricole in Le
Grand Motte, Frankrijk Foto: © Peter-Vincent Schuld

Neem zou het falen van het gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid (GLB). Dat
heeft de boeren in Europa tientallen jaren lang op kosten gejaagd en
schatplichtig gemaakt aan, zoals ik het beschouw, hebberige-,  haast crimineel
opererende banken. Met leningen waarop geen maat stond en met een kwistig
subsidiebeleid werden de boeren opgejut om toch vooral erop los te produceren,
waardoor met de jaren massale-, onafzetbare- en bijgevolg onverkoopbare boter-
en graanbergen en melkzeeën ontstonden, waardoor de pakhuizen in de EU
uitpuilden. Geregeld besloot de Commissie, na goedkeuring door de EU-lidstaten,
stoom af te blazen door de voorraden in de pakhuizen tegen spotprijzen op de
(wereld)markt te dumpen, weg te schenken aan arme landen en ook wel aan sociale
instellingen. Dat dumpen van voedsel tegen spotprijzen was natuurlijk volledig
in strijd met de eerlijke concurrentievoorwaarden die de Commissie als eerste
zou moeten naleven. Niet dus!

Niets te vroeg kwamen bekende figuren zoals onder andere landbouwcommissarissen
Frans Andriessen en Ray Mac Sharry tot de conclusie dat de miljarden
verkwistende, heilloze gemeenschappelijke Europese landbouwpolitiek een halt
moest worden toegeroepen. Kortom, er volgden de jaren daarop  verschillende
landbouwhervormingen die een einde maakten aan het ongebreideld produceren. Om
de boeren in Europa te compenseren voor de lagere productie werd een systeem van
inkomenssteun in het leven geroepen, dat de gewone boer wel van een eerder
bescheiden inkomen verzekerde. Maar de EU zou de EU niet zijn als er toch niet
iets fundamenteels mis was met die inkomenssteun. Want wat bleek, vooral de
grootste landbouwbedrijven, die het minder nodig hadden dan de kleintjes, gingen
met het gros van de steun lopen.  

Ruim voordat toenmalig prins Charles van Engeland koning werd, ontving
hij grote bedragen uit de Europese subsidiepot voor de landbouw. Op de
foto prins Charles anno 1999 in Brussel, België Foto: ©
Peter-Vincent Schuld

Ook bekende figuren die enorme landbouwgronden bezaten zoals de koningin van
Engeland, prins (en huidige koning) Charles  e.a. grootgrondbezitters in Europa
kregen niet onbelangrijke geldbedragen aan steun uit Brussel toegestopt. Daar
kraaide geen haan naar want het was toch “volkomen wettelijk” reageerde de
Commissie op de kritiek vanuit de publieke opinie. In de jaren die volgden werd
de inkomenssteun wat afgezwakt en op bescheiden wijze wat opgetrokken voor de
armste boeren. Bij dit laatste moet men zich niet teveel voorstellen. Voor deze
categorie van boeren bleef de EU nagenoeg even krenterig als voorheen. Enkele
tientjes tot honderdjes en daarmee basta, vooral in Oost-Europa. Het gros van
deze directe betalingen bleef en blijft naar de elite van mega-agrarische
bedrijven gaan al kregen die wel een plafond voor de steun opgelegd.

“Boeren bashen”, een “hobby” van Europees Commissaris Frans Timmermans
Op de foto een boer bewerkt zijn land in Albatera, Spanje Foto: ©
Peter-Vincent Schuld

Groot was de verbazing, die al gauw veranderde in hevige verontwaardiging, toen
ongeveer drie jaar geleden Frans Timmermans, vicevoorzitter van de Europese
Commissie, zwaar uithaalde naar de Nederlandse boeren en hun collega’s in
Europa. Hij kon niet begrijpen dat de Nederlandse boeren destijds de straat op
gingen om een landbouwsysteem te verdedigen dat volgens hem “niet meer van deze
tijd was”. In een debat in het Europees Parlement over zijn plannen om de
klimaatverandering tegen te gaan, zei Timmermans het jammer te vinden dat boeren
aan oude, achterhaalde ideeën vasthielden in plaats van te willen veranderen.
Waarbij hij wel even vergat te zeggen dat niet de boeren in Nederland en Europa
dat “vermolmde” EU-landbouwbeleid hadden uitgetekend, maar de meerderheid van de
lidstaten op voorstel van de Europese Commissie. Nee, (onze?) Frans maakte het
nog wat bonter: “De laatste twintig jaar is het landbouwbeleid vooral een
kwestie van niet te veel klagen, dan blijft alles bij het oude.”- “Dat is niet
meer van deze tijd.” – “Het landbouwbeleid moet de komende jaren drastisch
veranderen en vergroenen.” – ” Geen pesticiden meer, maar biodiversiteit,
daarvoor hebben we juist meer boeren nodig, niet minder.” – “Maar wél boeren die
het anders doen. ”- zo kakelde en oreerde Frans Timmermans . Volgens Timmermans
hebben boeren geen schijn van kans om te overleven als ze blijven vasthouden aan
oude praktijken van produceren, zo klonk destijds zijn waarschuwing. Intussen is
de stikstofaffaire losgebarsten, die voor het links-liberale kabinet-Rutte,
Timmermans en zijn spitsbroeders in Brussel de uitgelezen kans werd om de boeren
uit te roken, verplicht deel te laten deelnemen een uitkoopregeling en ze zo van
hun land te verdrijven onder het mom van de strijd tegen de klimaatverandering.
Die uitkoopregeling is inmiddels zo goed als van de baan. Bij dit hele verhaal
kan men zicht afvragen hoe het toch mogelijk is dat Timmermans zich het
EU-landbouwbeleid heeft toegeëigend.

Boer bewerkt zijn land in het zuiden van Zweden. Foto: ©
Peter-Vincent Schuld

Officieel is hij immers klimaatcommissaris en in de verste verte geen
landbouwcommissaris. Dat is de Pool Janusz Wojchiekowski, wiens job Frans botweg
heeft overgenomen met de stilzwijgende goedkeuring van Commissievoorzitter
Ursula Von der Leyen en blijkbaar ook van de overige Commissieleden. In normale
bewoordingen zou je het optreden van Timmermans een soort staatsgreep kunnen
noemen, maar niemand die zich daaraan stoort. Zelfs de leden van het Europees
Parlement hebben nooit een opmerking gemaakt over deze machtsgreep van de
vicevoorzitter van de Commissie die wordt bijgestaan door een kabinet onder
leiding van Diederick Samsom. Dat kabinet wordt in kringen van EU-ambtenaren ook
wel het politbureau van de Europese Unie wordt genoemd wegens de grote invloed
die het heeft binnen de Commissie. En het is precies dit politbureau dat het
kabinet-Rutte-Kaag heeft aangemaand de Nederlandse boeren de duimschroeven aan
te draaien in de stikstofaanpak.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *