#Nieuws & Actualiteiten

Diverse Europarlementariërs boos op coronavirus. Maar wat verdient een Europarlementariër? (versie 2.0)

Door Jan Schils

Brussel – Verschillende leden van het Europees Parlement (EP) – waarschijnlijk de
grootste graaiers onder hen, die ons daar zogezegd “vertegenwoordigen” uit naam
van de democratie – zijn boos omdat hun royale dagvergoeding van ruim 320 euro
als gevolg van de coronacrisis tijdelijk werd opgeschort. Het overgrote deel van
de afgevaardigden is niet fysiek aanwezig in het parlement, maar werkt vanop
afstand (meestal thuis).

Plenaire zittingszaal in het Europees Parlement in het Franse
Straatsburg

Door de coronacrisis was het Europese circus al acht maanden niet meer in
Straatsburg, de officiële zetel van het parlement,  neergestreken. Daarmee
vervielen ook de maandelijkse reisjes van de parlementsleden uit alle hoeken van
Europa naar de hoofdstad van de Elzas waar het voor hen goed toeven is. Toen
besloten werd dat ook in de zetel van het parlement in Brussel (toch ook een van
de hotspots van het coronavirus) de coronateugels moesten worden aangetrokken en
de toegang tot het gebouw moest worden beperkt, vielen natuurlijk ook alle
redenen weg om kwistig met dagvergoedingen te blijven rondstrooien voor de
EP-leden, die niet aanwezig waren. Het gevolg was grote verontwaardiging bij een
deel van de parlementsleden, niet in het minst uit Zuid- en Oost-Europa.  

Het ongenoegen over deze financiële “aderlating” heerst bij meerdere
parlementsfracties, zo geeft een woordvoerder van het parlement grif toe: “We
krijgen boze opmerkingen en protesten uit alle hoeken van het parlement. Onder
hen zijn zelfs parlementsleden, die durven te zeggen, dat zij “vrezen”, dat ze
nu ook hun medewerkers, die ze “uit eigen zak moeten betalen” op hun salaris
moeten gaan korten.

Binnenplaats van het Europees Parlement in het Franse Straatsburg
Foto: © Peter-Vincent Schuld

We vragen aan Cornelis Bos, woordvoerder van SGP-Europarlementslid Bert-Jan
Ruissen, hoe de vork precies aan de steel zit. Bos: “De plenaire vergaderingen
gaan (ook deze week) gewoon door, maar daarvoor zijn maar een paar leden naar
het gebouw in Brussel gekomen. De meesten spreken met een vaste videoverbinding
vanuit het EP-bureau in hun thuisland, zoals het EP-bureau in Den Haag. Spreken
vanuit huis mag wel bij vergaderingen van de parlementscommissies, maar niet bij
de plenaire vergadering in Brussel om het oeverloze gedoe met “hoort u mij?”
“ziet u mij” “hallo, hallo?” te voorkomen.”

Bos meldt voorts, dat ambtenaren zoals hij bijna allemaal werken vanuit huis.
Bos: “De verbindingen zijn vrij goed. We mogen nog wel naar binnen in het
gebouw. Ik kom zelf meestal een dag per week naar kantoor om post op te halen.
Het gebouw is erg leeg, het lijkt elke dag wel zaterdag hier. De kiosk is nog
wel open, maar de kapperszaak bijvoorbeeld niet. Op de 3e etage bij
de voxbox is de coffeecorner nog open, maar alleen voor take-a-away. Alle
stoelen en tafels zijn weggehaald, zelfs de vensterbank waarop je kon leunen, is
afgeplakt …”

Buitenaanzicht van het Europees Parlement in het Franse Straatsburg

Bos bevestigt dat de parlementsleden in principe geen dagvergoeding meer krijgen.
Dat is gedaan om ze verder te ontmoedigen naar het gebouw in Brussel te komen.
Alleen bepaalde voorzitters van parlementscommissies mogen onder voorwaarden nog
binnen. En ja, er zijn parlementsleden die protesteren omdat de dagvergoedingen
zijn gestopt, bijvoorbeeld omdat zij appartementen hebben gehuurd in Brussel,
waarvan de huur uiteraard doorloopt. Zij klagen daarover bij voorzitter Sassoli.
Ik heb tot nu toe geen Nederlanders horen klagen. Het stemmen gebeurt per email
en per website. Dat gaat technisch vrij goed. Ik geloof dat er een keer een
vertraging was door een storing, maar ik vind het knap hoe snel het EP is
overgeschakeld naar een volledig nieuw systeem. Bert-Jan Ruissen werkt elke dag
vanuit zijn lokale kantoor in Krimpen aan de IJssel. Hij had dat al eerder
gehuurd, het heeft plaats voor 4 assistenten, maar ook die werken vanuit huis.”
Tot zover de uitleg van Kees Bos.

Inderdaad, je moet het maar durven. Van “uit eigen zak betalen”, is dus namelijk
helemaal geen sprake. Alle parlementsleden krijgen immers een vergoeding voor
een medewerker, betaald uit de Europese pot, m.a.w. door de Europese
belastingbetalers, dus door u en mij. Ze worden immers verondersteld het
“salaris” voor een medewerker te betalen uit de (belastingvrije) maandelijkse
vergoeding van 4563 euro, een bedrag dat zij ontvangen als “bijdrage voor
algemene kosten”.

Er zijn mensen die het slechter hebben: Dakloze heeft beschutting
gevonden onder een van de zuilen van het Europees Parlement in Brussel,
België

Hierbij valt nog een kanttekening te maken. Veel medewerkers van leden van het
Europees Parlement zijn jonge mannen en vrouwen, die na hun studie stage lopen
in het Europees Parlement, niet alleen op verschillende afdelingen, maar ook bij
individuele parlementsleden. Deze laatsten betalen deze stagiairs meestal geen 
volledig salaris. Die moeten dan ook zelf als “zelfstandigen” (een soort
zzp-ers) opkomen voor hun sociale zekerheidsbijdragen (ziekteverzekering/
pensioensbijdragen). En niet te vergeten: naast de vergoeding van 4563 euro
ontvangt elk lid van het parlement ook nog zijn normale salaris van bruto 8757
euro per maand, waarop hij/zij met een gunsttarief wordt belast.

Zij die voor de democratie en onze rechten opkomen, mogen echt niet klagen. Want
naast de hierboven genoemde voordelen, zijn er nog meer vergoedingen, waarvan de
gewone burger alleen maar kan dromen. Zo krijgen ze hun reizen naar Brussel en
Straatsburg en ook van en naar hun land vanuit genoemde steden vergoed. Dat
geldt ook voor hun hotelovernachtingen. Hun medische kosten worden ook volledig
vergoed en aan het einde van hun loopbaan kunnen ze genieten van een vorstelijk
pensioen. De kans dat ze hun baan verliezen door de coronacrisis in onbestaande.
De volgende Europese verkiezingen vinden pas in 2023 plaats en tot dan toe
genieten ze van honderd procent werkzekerheid.

Hieronder een overzicht van de vergoedingen zoals meegedeeld door het parlement
zelf:

“welcome to Station Europa” gelegen aan de voet van het Europees
Parlement in Brussel, België Foto: Peter-Vincent Schuld

Overzicht van de vergoedingen (Bron: Europees Parlement)

Bij veel van hun werkzaamheden zijn de Parlementsleden weg van huis en buiten hun
eigen land. Daarom is er een aantal vergoedingen om de daarmee samenhangende
kosten te dekken) (cijfers telkens van 2020).

Reiskosten

De meeste vergaderingen van het Europees Parlement, zoals de plenaire
vergaderingen, commissievergaderingen en fractievergaderingen, vinden plaats in
Brussel of Straatsburg. De leden krijgen de werkelijke kosten van hun
reiskaartjes voor het bijwonen van deze vergaderingen
 bij overlegging
van de vervoersbewijzen vergoed tot een maximum van een vliegticket
businessclass (of een vergelijkbare klasse), een treinkaartje eerste klas of
0,53 EUR per km voor het reizen per auto (ten hoogste 1000 km). Verder zijn er
vaste vergoedingen op basis van de afstand en de duur van de reis om overige
reiskosten te dekken (zoals tol op snelwegen, kosten voor extra bagage of
reserveringskosten).

Leden moeten vaak reizen buiten of binnen de lidstaat waar zij verkozen zijn,
zowel voor hun officiële taken als om andere redenen (bijvoorbeeld om een
conferentie bij te wonen of een werkbezoek af te leggen). Daarom kunnen de
leden voor werkzaamheden buiten hun eigen land een vergoeding
van maximaal 4 503 EUR per jaar krijgen voor reis- en verblijfkosten en
daarmee samenhangende kosten. Voor werkzaamheden binnen de lidstaat waar zij
verkozen zijn, worden alleen reiskosten vergoed, met een jaarlijks maximum per
land.

Leden krijgen de werkelijke kosten van hun reiskosten vergoed © Europees
Parlement 

Dagvergoeding (ook wel “verblijfsvergoeding” genoemd)

Het Parlement keert voor verblijf en daarmee samenhangende kosten een
forfaitaire vergoeding uit van 323 EUR
 voor iedere dag waarop de leden
voor officiële werkzaamheden in Brussel of Straatsburg aanwezig zijn, op
voorwaarde dat zij een register tekenen dat hun aanwezigheid bevestigt. De
vergoeding is bedoeld voor hotelkosten, maaltijden en overige kosten. De
vergoeding wordt gehalveerd als leden meer dan de helft van de hoofdelijke
stemmingen missen op een dag waarop in de plenaire vergadering wordt gestemd,
zelfs als zij aanwezig zijn en het presentieregister hebben getekend.

Voor vergaderingen buiten de EU geldt een vergoeding van 162 EUR (opnieuw
op voorwaarde van ondertekening van het register), waarbij hotelkosten
afzonderlijk worden vergoed.

Algemene kostenvergoeding

Deze forfaitaire vergoeding is bedoeld om de uitgaven te dekken die voortvloeien
uit de parlementaire werkzaamheden van de leden, zoals de huur van een
kantoorruimte en administratiekosten, telefoon- en abonnementskosten,
vertegenwoordigingsactiviteiten, computers en telefoons, of de organisatie van
conferenties en tentoonstellingen. De vergoeding wordt gehalveerd als leden
zonder geldige reden niet de helft van het aantal plenaire vergaderingen in één
parlementair jaar (september tot augustus) bijwonen.

In 2020 bedraagt deze vergoeding 4.563 EUR per maand.

Medische kosten

De leden hebben recht op vergoeding van twee derde van hun medische
kosten
. Behalve het percentage van de vergoeding zijn de gedetailleerde
regels en procedures van dit systeem gelijk aan die voor ambtenaren van de EU.

Overbruggingstoelage

Aan het eind van hun ambtstermijn hebben leden recht op een 
overbruggingstoelage
, die evenveel bedraagt als hun salaris. Zij
krijgen deze toelage gedurende het aantal maanden dat overeenstemt met het
aantal jaar waarin zij deel uitmaakten van het EP. Deze vergoeding wordt
gedurende ten hoogste twee jaar toegekend. Wanneer een voormalig Parlementslid
een mandaat in een ander parlement of een openbaar ambt aanvaardt, wordt de
overbruggingstoelage verlaagd met het salaris van deze nieuwe functie. Een lid
dat ook recht heeft op een ouderdoms- of invaliditeitspensioen, moet een keuze
maken: de toelage én het pensioen ontvangen kan niet.

Overige rechten

Het Parlement biedt zijn leden een uitgeruste kantoorruimte in zowel Brussel als
Straatsburg. De leden kunnen op kantoordagen in beide steden gebruikmaken van de
officiële voertuigen van het Parlement.

.

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *