door Koos van Houdt
We zien het allemaal op onze beeldschermen. Mensen die denken naar het paradijs te worden gelokt. Als we ergens in de Europese Unie wonen, hebben we dat niet zo erg in de gaten. Dan klagen we over dit. En zijn we boos op wat anders. Maar voor miljarden mensen die elders wonen, en soms heel dichtbij, lijkt de Europese Unie een paradijs. Als je hen in de oren fluistert dat er een kans is om bij ons te komen wonen, dan pakken ze direct hun boeltje en vliegen naar Minsk.

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Om het even hoe we reageren, de beelden aan de grens tussen Polen en Wit-Rusland zijn tegelijk verontrustend en in enkele individuele gevallen medelijden opwekkend. Voor enkelen onder hen is leven in vrijheid nog veel aantrekkelijker dan voor ons. Wij zijn deze vrijheid gewend al staat deze wel heel erg onder druk. Heel gewoon voor ons. Wij weten niet beter. Zij verlangen er ten zeerste naar.
De weg naar politiek in het Poolse Warschau

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Nu Polen op een aantal verschillende manieren in de belangstelling staat van ons, Europeanen, wordt onze blik opnieuw gericht. Waar praten we nu eigenlijk over als we het over die rechtsstaat hebben? Is Polen nu de kampioen die alle aandacht verdient? Of zijn de Polen nu juist bezig die rechtsstaat af te breken. Worden ze nu gestraft door al die menselijke ellende aan de grens met Wit-Rusland? Of verdienen de Polen toch onze solidariteit, ook al worden in strijd met regels van die rechtsstaat vluchtelingen teruggeduwd, anderen worden gevangen gezet en weer anderen door het reisbureau van de kliek rond dictator Loekasjenko van Wit-Rusland worden teruggevoerd naar eigen land.
We proberen u hier op Facts Found op gezette tijden bij te praten over dat fenomeen rechtsstaat. Natuurlijk heeft het iets te maken met onze vrijheid. Maar wat nu als de Polen in al hun eigen vrijheid kiezen voor minder rechtsstaat? Hoe moet de Europese Unie dan reageren? Daar zijn deze week weer twee leerzame uitspraken over geweest in het Hof van Justitie van de Europese Unie. In die uitspraken staat niet dat de rechtsstaat is verdwenen in Hongarije en in Polen. Er staat wel, maar dan in kleine lettertjes achterop, dat het Hof de Europese Unie de waarschuwing meegeeft om zich zelf ook aan de spelregels te houden.
Dat zit zo:

Foto: © Peter-Vincent Schuld
We gaan jullie niet echt vermoeien met de geschiedenis. Maar bij de overgang naar een nieuw Millennium, in het jaar 2000, kwam er een nieuw kabinet in Oostenrijk. Daar maakten voor het eerst de Freiheitlichen, de partij FPŐ van toenmalig leider Jőrg Haider, deel vanuit. Deze partij bleek de eerste populistische partij, die doordrong tot een kabinet binnen een lidstaat van de Europese Unie.

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Kon dat wel? In het Europees Parlement werd ook toen al moord en brand geroepen. De spelregels van de rechtsstaat zouden in Oostenrijk in gevaar zijn. Maar al moord en brand roepend werd duidelijk dat de Europese Unie de eigen spelregels daarover ook niet op orde had. Men kon er niets tegen doen en dat stak. In een lang debat over een nieuwe tekst voor het Europese Verdrag, kwamen die spelregels er wel.
Nu zegt de Europese rechter dat die spelregels ook toegepast kunnen worden. Maar let op, pas ze dan wel op de juiste manier toe. Dus niet met gestrekt been erin. Eerst is dan de Europese Commissie aan zet. Die moet zorgvuldig nagaan en opschrijven op welke manier dan in die ene of die andere lidstaat de rechtsstaat is geschonden. Heel zorgvuldig de vinger op de echte zere plek leggen. En niet, zoals we nog steeds in het Europees Parlement horen, een lidstaat op het strafbankje zetten, alsof al die verschillende regels van de rechtsstaat helemaal terzijde zijn gesteld.
Pas als de Commissie een goed gesprek heeft gevoerd met die lidstaat en denkt dat er een onderdeel van de rechtsstaat is geschonden, dan kan op een zorgvuldig onder woorden gebrachte manier die lidstaat voor het Hof van Justitie worden gesleept. Dat heet met een moeilijk woord een inbreukprocedure. Het Hof van Justitie kan dan op een zorgvuldige manier al dan niet die schending van de rechtsstaat vaststellen.
Maar let op: precies en alleen op het punt dat via de Europese Commissie aan het oordeel van het Hof is onderworpen. Zo moeten de arresten worden gelezen die dinsdag door het Hof van Justitie zijn gewezen over twee spraakmakende zaken in Polen en in Hongarije. En zo ook moeten de waarschuwingen worden gelezen die de president van het Hof, de Belgische hoogleraar Koen Lenaerts vorige week uitsprak in een interview met de Belgische krant De Standaard.

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Eerst iets over die arresten van dinsdag.
De eerste betrof de Hongaarse asielwet, die volgens de Europese Commissie en volgens het advies (officieel: de conclusie) van de advocaat-generaal bij het Hof in strijd is met het Europese recht. In de wandeling is dit de ‘anti-Soros-wet’ gaan heten. Je mag, vindt de Hongaarse regering, geen vluchtelingen en asielzoekers op Hongaars grondgebied humanitaire hulp verlenen, zoals een plekje om beschut te slapen, het benodigde voedsel en kleren om te overleven en een warme douche. Dat vindt de Europese rechter te ver gaan. Dat is in strijd met de spelregels van de rechtsstaat, zoals die door alle lidstaten van de Europese Unie gezamenlijk zijn gemaakt. De Hongaarse regering treedt hier te streng op, schrijft het Hof in het arrest van dinsdag.
De tweede gaat over de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Polen. Daar is de minister van justitie ook de hoogste aanklager. Dat is al bedenkelijk, maar kan nog net door de beugel. Maar dat die aanklager dan ook nog met poppetjes kan schuiven binnen de rechterlijke macht, is in strijd met alle afspraken over de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, zoals die in alle lidstaten van de Europese Unie moet worden verdedigd. Ook hier zegt het Hof van Justitie niet dat Polen geen rechtsstaat meer is. Nee, het arrest legt de vinger bij precies dit onderdeel van de spelregels van de scheiding der machten, oftewel de Trias Politica. Dat behoort door de rechtsstaat Polen zelf te worden gecorrigeerd.

Is dan alle ophef over de stand der dingen in de lidstaten Hongarije en Polen overdreven? “Ach”, zegt president Koen Lenaerts van het Hof van Justitie in een interview: “De Europese Unie kan wel wat schokken verdragen zonder dat de ruggengraat breekt.” Ook dat bleek dinsdag uit die twee arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
In het algemeen spreekt een rechterlijke instantie zich alleen uit via de eigen arresten of vonnissen. Zo staat dat in de juridische leerboekjes. Dat er af en toe een rechter bij zijn benoeming of afscheid eens reflecteert op het functioneren van de rechterlijke macht of op de eigen rol als rechter, dat is niet meer ongebruikelijk. Maar de rechterlijke macht krijgt blijkbaar steeds meer behoefte om het publieke debat te zoeken.
President Koen Lenaerts van het Hof van Justitie van de Europese Unie ging daarbij vorige week ver, heel ver in dat interview met de Belgische krant De Standaard. Het interview werd integraal overgenomen op de website van de Katholieke Universiteit in Leuven, waar Lenaerts af en toe doceert.
Hij stelt vast dat de Commissie financiële sancties kan inzetten tegen lidstaten die handelen in strijd met het Europese recht. Bovendien kent de Europese Unie de zogenaamde inbreukprocedure. Daarbij heeft de Commissie de mogelijkheid het Hof van Justitie te vragen strijd met het Europese recht vast te stellen.
Koen Lenaerts zei in dat interview behartenswaardige dingen over Polen en Hongarije. “Het primaat oftewel de voorrang voor het Europese recht is geen doel op zich, maar een middel. Het doel is de gelijkheid van lidstaten en burgers voor het recht van de Europese Unie. (….) Om efficiënt te kunnen zijn als gemeenschappelijk bestuur, zeggen de lidstaten dat ze alle 27 hetzelfde willen doen op bepaalde domeinen. Dat is waarom het recht van de EU voorrang moet genieten.”
Wie het niet begrijpt, snapt het misschien als Lenaerts verderop in het interview stelt: “Als de Hongaarse premier Victor Orban zegt dat het primaat alleen geldt voor bevoegdheden die toebedeelt zijn aan de Europese Unie, heeft hij volkomen gelijk”. Alleen, het is niet aan Orban of aan de Poolse regering om definitief te bepalen waar die grens ligt. Dat is volgens het Europese verdrag, zoals door alle lidstaten ondertekend, aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. In dat geval heeft het Hof niet alleen het recht, maar ook de plicht uitspraak te doen als een bepaalde zaak wordt voorgelegd. En dat is precies wat het Hof van Justitie dinsdag ook deed. Zonder zichzelf te overschreeuwen.
Lenaerts verder: “Telkens als de hoogste nationale rechter of grondwettelijk hof zich openlijk afzet tegen uitspraken van het Europese Hof, is dat problematisch omdat het de gelijkheid verbreekt tussen lidstaten en tussen burgers van het Unierecht. Maar steeds beperkt tot dat specifieke onderwerp.”
Kortom, de omstreden uitspraken van de Poolse regering over de voorrang voor het eigen nationale recht worden pas een probleem voor de Europese Unie, wanneer het Hof van Justitie in Luxemburg de eigen plichten verzaakt en daarover geen duidelijke uitspraken doet. Daarom kan de Rechtbank Amsterdam ook niet zomaar op eigen houtje weigeren een Poolse onderdaan uit te leveren aan een Pools gerecht op basis van een Europees Arrestatiebevel. Dinsdag speelde daarover een concrete zaak in een hoorzitting voor het Hof in Luxemburg.

Foto: © Christel Dubos / Schuld
Lenaerts zegt niet dat we allemaal wel rustig kunnen gaan slapen. Maar hij stelt wel vast dat als de rechtsstaat in het geding is in Hongarije of Polen dat eigenlijk dagelijkse kost is voor hem en zijn mederechters in het Hof. “Ons Hof krijgt vrijwel dagelijks ook vragen van nationale rechters uit Hongarije en Polen. Dat geeft aan dat ze nog altijd onafhankelijk zijn. Zij volgen onze arresten ook heel nauwkeurig. Hun loyaliteit is bijzonder groot”.
Het systeem werkt, zo tracht Lenaerts ons gerust te stellen. “Er zijn in de Europese Unie geen landen die in het verdomhoekje staan en andere lidstaten waar alles goed gaat”. Daar mag de rechterlijke macht in Nederland zich ook wel eens op bezinnen. Al ging het maar om de wijze van benoeming van leden van de Hoge Raad of de al te dicht tegen de nationale politiek aanzittende afdeling rechtspraak van de Raad van State.
Daarover zal weer een volgende bijdrage in deze serie gaan.