De moderne VOC en de grootschalige handel in dieren en toch gaat het beter

Bernd Timmerman

Het gaat goed met de boeren in Nederland. Een topjaar, maar voor de dieren gewoon een rampjaar als ieder ander. Het inkomen van de meeste agrarische ondernemers is erop vooruitgegaan. Een boer verdient gemiddeld 78.000 euro, dat is maar liefst 16.000 meer dan vorig jaar. Met name de houders van biggen en legkippen boeren goed. Is dit goed nieuws voor de dieren? Voor sommigen, want niet alle dieren zijn gelijk in dit Koninkrijk. Alle boeren een gelijk mooi inkomen maar mag het in de stallen ook met grote sprongen beter?

VOC mentaliteit en donkere keerzijden

Premier Balkenende sprak tijdens een debat de historische woorden over een mentaliteit die wij kwijt dreigen te raken. ‘’ Ik begrijp niet waarom u hier zo negatief en vervelend over doet. (…) Laten we blij zijn met elkaar! Laten wij optimistisch zijn! Laten we zeggen: Nederland kan het weer! Die VOC-mentaliteit, over grenzen heen kijken, dynamiek! Toch? ‘’, hij kreeg hoon over zich heen.

jan-peter-balkenende
De voormalige Nederlandse premier Jan-Peter Balkenende, op de Europese top in Brussel. (c) Peter-Vincent Schuld

Want het was inmiddels de eeuw van de renaissance van de witte schuldvraag. Hoe kon je met droge ogen beweren dat er meer VOC-mentaliteit moest komen met alle donkere keerzijdes die er zijn?

Het nationale geweten is zich inmiddels wel degelijk bewust van schuld die Nederland droeg tijdens de slavernij-periode in de geschiedenis. Misdaden, onrecht, leed en immoreel gedrag in welke vorm dan ook mogen en moeten worden benoemd om schoon schip te maken. Wel binnen historische tijden en realiteiten.

Dieren: de slaven van de moderne tijd

Daar wringt bij het houden van dieren binnen de veehouderij misschien wel de schoen. Weet de Nederlander wel wat er met zijn vlees en vis is gebeurd toen het nog in leven was? Het kopen van voedsel is ontdaan van het gezicht van het lijdende dier. Varkens, kippen en al wat leeft ziet er vrolijk uit op de plaatjes die ons consumenten moeten verleiden tot consumptie.

koeien-melk-machine
Koeien bij een melkmachine (c) Jan Sibon/Schuld

Dieren kun je de slaven van de moderne tijd noemen. Het zijn fabrieksarbeiders die zichzelf moeten produceren, in rap tempo want alles op uw bord is meestal een jong dier.
De meeste dieren hebben het eerste jaar nog niet voltooid wanneer zij naar de slacht gaan.

Tussen de 450 en 550 miljoen dieren komen op het bord van de vleeseter. Dat komt uit op tussen de 26 en 34 dieren per persoon. Dat is nogal een slachtpartij voor dieren.

grootachtige-kippenhouderij
Grootschalige kippenhouderij (c) Jan Sibon/Schuld

De dieren groeien veel te snel om de kilo’s op te leveren, er is onvoldoende mogelijkheid tot het soorteigen gedrag van dieren, meestal geen buitenlucht, onvoldoende beweging, een hoge bezettingsgraad, met veel stress, pijn en angst, ook met veel ‘’uitval’’ (dieren die dood neervallen, meer dan 5% is heel normaal) en dan eindelijk naar buiten in de wagen op weg naar de dood van de witte jassen om dan in een bakje in een supermarkt te belanden.

Steeds meer monden te voeden: dus megastallen

Met een bevolkingsgroei wereldwijd moeten er steeds meer dieren komen om monden te vullen. De VOC-mentaliteit in de vee-industrie is goed te noemen. Er is een fraaie handelsgeest, ondernemingszin, daadkracht, innovatie en godszijdank gaan de meesten nog steeds over lijken om welvaart te vergroten.

mega-kippenstal
Megastal bij Ter Apel, Nederland (c) Jan Sibon/Schuld

Dat leidt tot megastallen die Nederland ook zo goed mogelijk wil exporteren naar andere landen om mensen te voeden. Inspiratie uit het verleden om nieuwe misdaden te maken waar latere generaties zich voor gaan schamen. Megastallen zijn nodig voor de plofkipeters, melkproleten en batterijsmullers.

Niet alle dieren zijn gelijk, die in de intensieve veehouderij hebben pech en die in een megastal treft het grootste noodlot. Gezellig met z’n allen op een ellendige hoop van ongeluk: de ondergrens voor een megastal is 7.500 vleesvarkens, 1.200 fokvarkens ,120.000 leghennen, 220.000 vleeskuikens, 250 melkkoeien of 2.500 vleeskalfjes. En het zijn er altijd meer.

Beter leven door samenwerking zonder alleen te schreeuwen

Maar gelukkig zijn er ook dieren die iets meer gelijk zijn. Dat is de positieve kant van de geest van ondernemers die inzien dat het anders kan en moet. De sleutel ligt niet alleen bij de boeren.

Dierenbescherming en Wakker Dier zien gelukkig in dat het lijden van ieder jaar van meer dan 500 miljoen dieren niet verandert door alleen maar ‘’Go Vegan’’ te roepen en te demonstreren met 20 man voor een bedrijf. Er zijn in dit land 50.000 vegans (optimistische schatting) 700.000 vegetariërs en de rest eet vlees op de populatie van 17 miljoen.

En de boeren dan? De meesten willen wel degelijk anders en zijn helemaal geen schimmen van VOC-handelaren. De veehouderij is na de Tweede Wereldoorlog op hol geslagen. Vlees en welvaart met elkaar verbonden. Iedereen iedere dag meer dan drie keer een dood stukje dier op het bord en tussen de boterham. Binnen een kapitalistisch systeem waar dieren gewoon goederen zijn en supermarkten goedkoop willen inkopen. Of beter gezegd, wilden inkopen.

Want naast de tendens van megastallen zien we ook positieve ontwikkelingen.
Stel je voor dat er alleen maar kwaadaardige innovaties waren en China, Brazilië, India,
Zuid-Afrika en heel Afrika en Azië, noem maar op, de fout met vlees eten gaan maken die het Westen al heeft gemaakt. Nu al zijn jaarlijks 150 miljard dieren de klos in een op hol geslagen immoreel productieproces. Maar er is dus ook goed nieuws.

In diverse landen, steeds meer, komt er door compromissen te sluiten eindelijk (of betere) wetgeving voor dieren. Want nogmaals, vlees eten is op dit moment een culturele, historische en toekomstige realiteit. 7 miljard en straks 10 of 15 miljard mensen worden niet binnen 1 dag, 1 week, 1 jaar of 100 jaar vegetariër. Laat staan vegan. Dat is een illusie van verdrietige en woedende mensen om dierenleed, die hun verstand hebben verloren en zijn overgegaan tot zinloos schreeuwen dat het anders moet, zonder oplossingen te geven.

boerderij
Koe in stal (c) Peter-Vincent Schuld

Naast de megastallen en de wetten voor het welzijn van dieren is er de tendens dat boeren die anders willen samenwerken met dierenbeschermers die niet alleen willen treuren maar willen helpen om dieren een beter leven te geven.

Politici zien dat naast hun wetgeving de markt ook in actie komt, met steun van niet alleen de houders van dieren – en zij die voor dierenbelangen opkomen – maar ook met een positieve rol van de supermarkten.

100 miljoen dieren een beter leven

Zo is er 10 jaar gelden het ‘’Beter Leven Keurmerk’’ ontstaan van de Dierenbescherming gebaseerd op samenwerking en met zicht op het bereiken van gezamenlijke doelen.

Dat betekent dat inmiddels meer dan 100 miljoen dieren een beter leven hebben gekregen. Met meer ruimte, minder lijden, echt daglicht, meer beweging en afleidingsmateriaal. Er zijn meer dan 1600 Beter Leven boeren die zeer zeker om dierenwelzijn geven. Waardoor de vee-industrie met kleine en soms grotere stappen verbetert en verandert.

Dat zou je ook de mentaliteit van de Nederlanders kunnen noemen. Naast die van de VOC-megastallen zijn er de ondernemers en dierenbeschermers die samen willen werken om doelen te bereiken die beter passen in de ethiek van de 21ste eeuw.

Realiteit in plaats van sprookjes en nachtmerries

Laten we niet in illusies en sprookjes geloven. De veehouderij is niet prettig voor dieren, het is geen hemel op aarde, eerder vaak een hel. Voorkomen moet worden dat nog meer mensen meer vlees, vis, kaas, ei en melk gaan consumeren. Megastallen doen ook onder voorwaarde geen recht aan de eigen waarde van het dier dat subject en geen object is.

Het is echter ook onnozel en zelfs kwaadaardig om alleen van de dierenrechten-kansels hel en verdoemenis te preken, dat iedere welzijnsverbetering afkeur verdient. Dat zijn de niches met orthodoxe en fundamentalistische lieden die misschien wel net zo erg zijn als de koopmannen en vrouwen die dieren houden om – zonder geweten – hun portemonnee te vullen.

De medaille kan alleen anders gaan vallen als de weerstand tegen de manier waarop mensen met dieren omgaan toeneemt, consumenten als intelligente, morele wezens de verleiding krijgen om het beter te doen en wanneer er samenwerking is – met compromissen – zodat dieren beter kunnen leven, weg uit de systemen naar iets of veel betere systemen.

Met de opkomst van biologisch vlees, de ontwikkeling van kweekvlees en een toenemend moreel besef dat we anders met dieren moeten omgaan is ook het einde – misschien in deze eeuw wel – in zicht van de harde VOC-mentaliteit binnen de veehouderij.

Daar is moed voor nodig om te ontdekken, te innoveren en te durven veranderen zonder dogma’s van diverse kanten.

Meer veganisten, meer vegetariërs, meer flexitariërs, beter boeren, beter welzijn van dieren en betere wetgeving door meer samenwerking met innovaties en nog meer verleidingen om het anders te doen: produceren en consumeren.