door Koos van Houdt
U zag wellicht vorige week ook de beelden in het NOS-journaal over Nederlandse aardappeltelers die hun voorraden maar verkopen voor veevoer. Ze zijn boos omdat de grootgrutters zeggen vast te houden aan hun vaak goedkope contracten met telers uit andere Europese lidstaten.

Foto © Jan Sibon / Schuld
De Europese interne markt in de praktijk! Daarin is het gemeenschappelijk landbouwbeleid het oudste geharmoniseerde beleidsterrein binnen de Europese Unie. Veel later in 2002 is voedselveiligheid op Europees niveau daaraan gekoppeld. Hoe passen deze activiteiten in het komende klimaatbeleid en de circulaire economie. En vallen we niet terug in ‘voedingsnationalisme’?

Foto: © Jan Sibon / Schuld
Morgen, woensdag 20 mei presenteert de Europese Commissie nieuwe voorstellen in het kader van de voedselveiligheid. Dat beleid moet voldoen aan de eisen die worden gesteld in de Green Deal en de circulaire economie, zoals die door Frans Timmermans samen met een aantal collega’s worden ontwikkeld. Heel veel nieuws zal dat ook weer niet opleveren.

Foto © Peter-Vincent Schuld
Want voor voedselveiligheid is al in 2002 het Europese agentschap voor voedselveiligheid opgericht. Gevestigd in de Italiaanse stad Parma, de stad van de Parmezaanse kaas en de Parmaham.

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Dat hebben de Italianen nog te danken aan hun voormalige premier en voorzitter van de Commissie Romano Prodi (1999-2004). Het is het bureau dat voor u werkt onder de Nederlandse slogan ‘van boer tot bord’ en de Engelse versie van ‘farm to fork’ of van ‘field to fork’.

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Hoe dan ook, mond- en klauwzeer MKZ en gekke koeienziekte BSE zijn sindsdien verder weg dan ooit. Hoewel boeren in Nederland zich nog steeds de angst herinneren uit de eerste jaren van deze eeuw. Het bureau heeft in alle stilte de afgelopen tijd ook onderzoek gedaan naar de veiligheid van ons voedsel in verband met het coronavirus. De boodschap is nog steeds dat we veilig onze boodschappen in de supermarkt kunnen halen. Daarvoor moeten boeren bij hun bedrijfsvoering wel aan allerlei voorschriften voldoen.

Aardappels of melk uit Polen zijn daardoor net zo veilig als die uit Nederland. Maar wel vaak goedkoper. En op de prijs mag geconcurreerd worden. Dat is essentieel voor een zuivere werking van de Europese interne markt. Morgen krijgen we vooral iets te horen over de standaarden voor dat voedsel in het kader van het klimaatbeleid en de circulaire economie. Maar daarvan is het onduidelijk wat dat betekent voor de prijsvorming.

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Kan productie en transport uit Polen of Spanje leiden tot lagere prijzen dan het kopen en eten van voeding van bedrijven uit de buurt? Koop regionale waar, dan helpen we elkaar! Maar de supermarkten drukken vooral de prijzen en laten de boer in relatieve armoede achter? Dat zijn de bekende problemen.

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Maar in deze tijd van wereldwijde coronacrisis is in Brussel ook een stevig debat ontstaan over wat wordt omschreven als ‘voedingsnationalisme’. Mensen die er verstand van hebben, vrezen dat de Europese interne markt straks niet meer functioneert en dat de lidstaten teveel voor eigen gewin zijn gegaan. Met een moeilijk woord: protectionisme. Lidstaten beschermen dan hun eigen nationale markt door de grenzen te sluiten voor de productie uit andere lidstaten.

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Je kunt dat mooi verbloemen, wanneer die grenzen toch al dicht zitten vanwege de coronacrisis. Maar dit soort van nationalisme kan ook op een andere manier vorm krijgen. We zien dat Nederland in Brussel opnieuw de gebeten hond lijkt te zijn geworden. De Europese internetkrant Politico publiceerde tijdens de voorbije weekwisseling daarover een analyse.

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Daaruit blijkt dat in vele landen jaloers wordt gekeken naar de ‘diepe zakken’ van Wopke Hoekstra. Waarom, zo luidt de klacht, heeft de Commissie de Nederlandse staatssteun van 650 miljoen euro voor de eigen landbouw goedgekeurd? Lang niet alle lidstaten hebben het geld om de eigen landbouw op die manier een extra steun in de rug te geven.

Foto: © RAGD / Schuld
Natuurlijk zijn wij in Nederland blij dat we onze sierteelt van bloemen, onze teelt van aardappels en groente en onze visserij daarmee hebben overeind gehouden. Helemaal terecht is die klacht niet. Zeker acht andere Europese lidstaten, waaronder Frankrijk en Oostenrijk hebben vergelijkbare nationale steunpakketten kunnen maken.

Foto: © Jolanda Amoureus / Schuld
Maar opvallend was dat het daarbij om veel geringere bedragen ging dan het steunpakket van Nederland. Het ondersteunt allemaal de gedachte dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid door de coronacrisis de beste tijd heeft gehad.

Foto: © Jan Sibon / Schuld
Maar LTO-adviseur Klaas Johan Osinga, die als lid van het Economisch en Sociaal Comité, een adviesorgaan van de Europese Unie (zeg maar: de Europese SER) van de hoed en de rand weet, ziet dat anders. Politico vroeg hem om zijn commentaar op deze klacht.

Foto: © Peter-Vincent Schuld
Hij zei tegen deze krant: “Dit Nederlandse hulppakket zorgt er juist voor dat een deel van de nationale aardappelvoorraden van de markt wordt gehaald. Dat helpt aardappeltelers in andere lidstaten alleen maar om hun marktaandeel overeind te houden.”